Oftewel de verlegen man afkomstig uit Indonesië (Boeddha in wording) die in elkaar gedoken zit. Deze houding neemt hij aan omdat hij zich schaamt voor al het leed en kwaad in de wereld. Zijn rug symboliseert een mensenhart, wat staat voor energie en levenskracht. De voorzijde, zijn gezicht is een symbool van goedheid. De zijkanten laten een houding zien van een foetus wat symbool staat voor onschuld, reinheid en nieuw leven. In de vorm van een circel is hij symbool voor de eeuwigdurende kringloop. Hij neemt de zorgen weg en als de hand op de orang malu wordt gelegd, behoed hij deze persoon voor kwaad.